De kop is eraf. We zijn met elkaar op weg. U met uw nieuwe pastoor en zijn teamgenoten en ik met u, twee parochies die lang in heel stabiel vaarwater hebben gevaren.
Ik kijk terug op een mooie installatieviering. Wat was het goed voor elkaar! Zomaar in de coronatijd en ook nog eens op zaterdagavond een werkelijk prachtig koor, toegewijde altaarassistentie, een mooie viering en een heel gezellig samenzijn na afloop, al moest dat laatste wegens de corona wel heel beperkt blijven.
Het hele weekend had die warmte: bij de deur mocht ik van heel veel mensen een hartelijk welkom ervaren. Dankuwel daarvoor!
Nu moet het ‘gewone’ leven gaan beginnen. U heeft misschien al wel gemerkt dat dat niet het kerkelijke leven kan blijven dat u gewoon was. Ik moet mijn tijd verdelen tussen de parochies in Haastrecht en Schoonhoven en de parochie Sint Jan de Doper. Hoe dat moet, zullen we samen moeten leren. We moeten met elkaar een beetje opnieuw uitvinden hoe we parochie willen zijn.
Het kerkelijk wetboek definieert de parochie als “een gemeenschap van gelovigen waarover een pastoor wordt aangesteld”. Dat is prachtig gezegd. Het gaat eerst en vooral om de gemeenschap: mensen die elkaar zijn toegedaan en met elkaar op weg gaan.
Het is niet zomaar een gemeenschap: het is een gemeenschap van gelovigen. Wat ons bindt is ons geloof. We zijn geen familie met een bloedband, we zijn familie op grond van ons doopsel. In Christus zijn we broeders en zusters. De gemeenschap draait om het leven met Hem!
Pas daar achteraan komt de pastoor in beeld. Misschien een beetje zoals een herder achter zijn schapen aanloopt. Ik ben geroepen en tot u gezonden om u bij elkaar te brengen en aan de voeten van de Heer te brengen. Dat is mijn taak.
Eerst de gemeenschap van geloof. Dán de pastoor. Ik hoop dat dat zich gaat aftekenen in de ontwikkeling van onze parochies. Dat we als gelovigen verder groeien in onze gemeenschapszin omdat de liefde van Christus ons drijft. Dat zal veel vragen van ieders inzet en daar gaan we aan werken. U mag daarin op mij rekenen. Ik reken omgekeerd op u!
De komende tijd wil ik vooral tijd besteden om mensen te leren kennen. Zoveel mensen zetten zich in, of hebben zich ingezet in de kerk. Ik ben heel nieuwsgierig naar u.